afleren

afleren
{{afleren}}{{/term}}
[zichzelf] se déshabituer de
[een ander] corriger (qn. de qc.)
voorbeelden:
1   het roken afleren se déshabituer de fumer
2   je moet hem die vooroordelen afleren tu dois le corriger de ces préjugés
     zich iets afleren se corriger de qc.

Deens-Russisch woordenboek. 2015.

Игры ⚽ Поможем решить контрольную работу

Regardez d'autres dictionnaires:

  • afleren — Hamburg • abgewöhnen …   Plattdeutsch-Hochdeutsch

Share the article and excerpts

Direct link
Do a right-click on the link above
and select “Copy Link”